Laura Bell is een van de baanbrekende music supervisors in film en TV, zowel in Nederland als internationaal. Tijdens de BMIM Special vorige maand leidde ze een sessie voor componisten, music supervisors en iedereen daartussenin over de kunst van het pitchen. Laura deelde haar ervaringen over hoe je kunt opvallen tussen alle anderen en hoe online aanwezigheid de essentie van jou als componist kan weerspiegelen. Dit zijn haar vijf belangrijkste punten
1. Verlies je menselijkheid niet tijdens het pitchen
Net als iedereen die met muziek te maken heeft, zien music supervisors een aanzienlijke toename van AI in de muziekwereld. Zo ook Laura Bell: ‘We gebruiken in ons werk als music supervisors dagelijks algoritmes. Ik ben er over het algemeen erg over te spreken. We hebben vast gelezen dat wij als mensen uiteindelijk zullen worden vervangen – en het is een veelgestelde vraag die ik krijg.’ Haar advies is dat je moet onthouden dat je een mens bent en uniek op je eigen manier. ‘Ik ben ook erg enthousiast om componisten en muziek in een beetje in richtingen te duwen die nog origineler en nog unieker zijn dan ze al waren. Probeer daarom bij je essentie te komen jezelf via jouw muziek in weinig tijd goed te pitchen.’
2. Denk na over hoe je jezelf wilt presenteren
Als je eenmaal hebt ontdekt wat de essentie van je muzikale ‘stem’ is, is de volgende stap nadenken over de voorbereiding van jezelf presenteren aan potentiële kijkers. ‘Mensen zullen je echt wel erkennen als je jezelf goed presenteert met je muziek. Denk eraan hoe je gevonden wil worden, want iedereen zoekt je online op nadat ze interesse hebben. We zijn allemaal online creepers’, voegt ze er lachend aan toe. ‘Ben je daarop voorbereid?’

3. Vind je publiek en hoe je ze kunt bereiken
Laura Bell benadrukt dat het belangrijk is om te weten aan wie je pitcht. Is het een music supervisor of een producer? Waar letten producers op? Of pitch je je muziek aan de regisseur? Het begint allemaal hier, zegt Bell: ‘Bereid je erop voor een heleboel vragen te beantwoorden van iedereen aan wie je pitcht. Heb je er bijvoorbeeld aan gedacht om mensen te laten weten waar je woont? Subsidies of mogelijke residenties hangen daar vaak van af. Vraag je naast praktische zaken ook af of je binnen een niche opereert en wie de mensen zijn die in dezelfde niche werken. Doe onderzoek naar die mensen en leer ze een beetje kennen voordat je ze een voorstel doet. Zo kun je gerichter pitchen.’
4. Op weg om je pitch te versturen: denk aan de vorm
Stel je voor: het is maandagochtend en music supervisor Laura Bell heeft een kop koffie ingeschonken en neemt nu haar e-mails door. Wat wil ze graag zien? Dit is het antwoord: ‘Als het een e-mail van een componist is, zal ik hem altijd lezen. De sweet spot is een e-mail die niet te lang is, zeker in deze generatie van TikTok en Twitter/X. Houd het kort maar oprecht en voeg een paar links naar je werk toe.’ Bell voegt het waardevolle advies toe om je e-mails persoonlijk te maken, maar niet te spammy.

5. Houd na de pitch je contacten op de hoogte!
Consistente branding is van vitaal belang, zegt Laura Bell. ‘Zorg voor een goed geschreven biografie, een zeer professionele foto en een mooi portfolio van je werk met audio-samples, videoclips en projectbeschrijvingen. Als het op een persoonlijke website staat, nog beter! Dat bespaart music supervisors een hoop tijd.’ Een collega van Bell vertelde haar dat op de websites van veel componisten geen e-mailadressen staan, wat jammer is als muziekprofessionals contact willen opnemen. ‘Dus als je je pitch niet via e-mail verstuurt, zorg er dan voor dat je al je gegevens op je website zet.’
Als je wel mailt, volg dan je pitch op en ga netwerken! Bell: ‘Een e-mail sturen is vaak niet genoeg; je moet er ook voor zorgen dat je naar relevante conferenties gaat en gesprekken voert met mensen met wie je wil samenwerken. Natuurlijk moet je goed zijn in wat je doet, maar de interesse van music supervisor wekken kan geen kwaad. Wie weet wat er kan gebeuren? Je zou het goed met elkaar kunnen vinden op professioneel gebied en de creatieve flow zou geweldig kunnen zijn!’
Foto’s door Birgit Bijl
Tekst door Meike Jentjes